Ronalds ideeën

Welkom op mijn blog vol wetenschap, sport, kunst, cultuur, natuur en politiek. Stof die stemt tot nadenken en reflectie.

woensdag 30 januari 2013

De koning mag blijven

Ooit was ik een overtuigd republikein. Het koningschap was in mijn ogen een achterhaald middeleeuws instituut en het systeem van erfopvolging tart iedere vorm van redelijkheid. Eigenlijk vind ik dat nog steeds, maar ja, anderzijds.

De veruit grootste groep Nederlanders schijnt de monarchie ontzettend leuk te vinden. Dat blijkt elk jaar alweer op 30 april (straks 27 april). En sinds koningin Emma, eind negentiende eeuw, kunnen de uitvoerders van het koningschap zich steeds verheugen in een mateloze populariteit. En het ligt in de verwachting dat dit bij het aantreden van Willem-Alexander niet zal veranderen. Om één of andere reden wordt breeduit in de Nederlandse samenleving onze monarchie als iets van veel waarde beschouwd.

Daarbij heb ik niet de indruk dat ons koningshuis veel kwaad kan. Het lijkt mij niet dat er in politiek Den Haag, onder invloed van de vorst, besluiten zijn genomen die we anders nooit genomen zouden hebben. Soms valt het argument van de financiële kant van de zaak. En het zal ook best wat kosten zo'n hofhouding en al die paleizen. Maar op de totale rijksbegroting is het pinda's en een republiek is ook niet gratis. Het is niet zo dat wanneer we het koningschap afschaffen dat de oplossing van het begrotingstekort significant dichterbij komt. Al deze dingen brengen mij tot de overtuiging dat ik mij over het bestaan van een monarchie in Nederland niet druk hoef te maken. Zo lang de meeste mensen het leuk vinden, mag het koningschap blijven. En behalve wanneer koningsdag in het weekend valt, levert het nog een extra vrije dag op.

maandag 28 januari 2013

Herinnering aan de Nutsspaarbank

Op het buffet in onze woonkamer stond tijdens mijn kinderjaren in de jaren '50 en '60 mijn spaarpotje van de Nutsspaarbank. Daarin lieten ooms, tantes en grootmoeders soms een muntje vallen als mijn schoolprestaties weer eens niet tegenvielen. Als-ie vol was dan brachten we het potje naar de Nutsspaarbankvestiging aan de Tolstraat. Daar werd het potje geopend en het bedrag op mijn rekening bijgeschreven.
Ook nam ik elke dinsdag een kwartje mee naar school. Voor dat kwartje kreeg ik een zegeltje op mijn spaarkaart. Als die kaart vol was, werd het bedrag op mijn spaarrekening bijgeschreven. Later kreeg je de Zilvervloot, een regeling waarbij de regering je spaargeld aanvulde met een leuk bedrag. Toen was de regering nog gul.
Behalve die spaarvormen bij de Nutsspaarbank hadden we eigenlijk niets met banken van doen. Mijn vader bracht zijn salaris in contanten naar huis in nog een echt loonzakje. En alles werd nog in contanten betaald. Pas eind jaren '60 kregen we een girorekening en veranderde onze financiële wereld volkomen. De giro kwam in zwang. De Nutsspaarbank verdween uit zicht. Het werd de Bondsspaarbank en later even de Centrumbank. Nu heet de bank SNS-Reaal en verkeert in grote moeilijkheden. En zo kwamen bij mij de herinneringen aan de aloude Nutsspaarbank weer boven.

zondag 27 januari 2013

Genres in de muziek 2

In mijn vorige blog deed ik de bewering dat muziek nooit een probleem is, althans niet voor de luisteraar. U bent zich toen wellicht af gaan vragen: "Is dat  wel zo?" En dat is heel goed. Dat moet u bij al mijn beweringen doen en verder bij iedere bewering die op u afkomt, van wie dan ook.

Het nadeel van genres in de muziek

Het nadeel van diverse genres in de muziek is dat er van tijd tot tijd onvruchtbare discussies ontstaan over de vraag of die en die muziek wel tot dit of dat genre behoort. Terwijl zo'n discussie tamelijk zinloos is.

Stel er is een stuk muziek. Dan kunnen er twee dingen het geval zijn. Of je vindt die muziek mooi, of je vindt haar niet mooi. Vind je haar mooi, dan ga je er van genieten. Vind je die muziek niet mooi, dan luister je er niet naar. Muziek is nooit een probleem, althans niet voor de luisteraar.

Dit is overigens geen pleidooi voor opheffen van genres in de muziek (als zo'n pleidooi al zin zou hebben).

donderdag 24 januari 2013

Brand meester?

Vandaag las ik in de krant weer een verslag van een brand, in Chicago dit maal. Een altijd voorkomend verschijnsel in dat soort verslagen is de terugkerende melding dat op enig tijdstip het sein "Brand meester" is gegeven. Ik stel me bij die mededeling altijd enkele vragen. Zoals: gebeurt dat echt? Geeft echt iemand dat sein? En wie geeft dat sein dan? En aan wie wordt dat sein gegeven? Gaat de commandant dan bovenop de brandweerauto staan en roept dan: "Brand meester!!!" Of gebruikt-ie daar de boordradio voor? En wat kan men dan met dat sein? Mensen zouden zichzelf wat vaker dit soort vragen moeten stellen.

woensdag 23 januari 2013

Weekendje Boedapest

Afgelopen weekend was ik vier dagen in Boedapest. Boedapest is een prachtige stad met fraaie architectuur voornamelijk uit de 19e eeuw. Je kunt er koffie drinken in sfeervolle koffiehuizen met overheerlijk gebak of broodjes. Ik heb er Latte Macchiato leren drinken, want als je in al die Kaveza's, zoals Hongaren die noemen, zwarte koffie zou drinken dan stuiter je zo door Boedapest heen. Er was een Cézannetentoonstelling in het Museum voor Beeldende Kunst. Die liet eens wat meer zien dan die eeuwige blauwe berg. Groot schilder was die Cézanne. Ook bezocht ik een uitvoering van Der Fliegende Holländer van Wagner in de Staatsopera, imposante opera in een imposant gebouw. Alleen zaterdag was het mooi weer (met zon). De overige dagen was het koud en grijs met veel natte en droge sneeuw.

maandag 7 januari 2013

Het droevig einde van het woord wandcontactdoos

Toen ik klein was, nu enige decennia geleden, betrokken wij onze stroom van de Provinciale Gelderse Elektriciteitsmaatschappij (PGEM), tegenwoordig NUON geheten. Dat bedrijf zond ons ook regelmatig een blaadje waarvan ik de titel vergeten ben, een soort bedrijfsblad. In dat blaadje stond ook een column van een inspecteur of zo, in ieder geval iemand die vaak bij de afnemers thuis kwam. Hij werd dan meestal binnengelaten door de vrouw des huizes. Die vrouw bracht dan regelmatig het stopcontact ter sprake. Tijd voor onzer beambte om deze dame tot de orde te roepen. "Want mevrouwtje (zo zei men dat 50 jaar terug) zo'n ding heet niet een stopcontact, zoiets noemen we een wandcontactdoos."

Ook elders in dat blaadje en in overige publicaties van de PGEM werd iedere gelegenheid aangegrepen om ons gebruikers in te peperen dat we geen stopcontact moesten zeggen, maar wandcontactdoos. Ook stekkers heetten eigenlijk anders, maar hoe ben ik vergeten.  In ieder geval voerde de stroommaatschappij een verbeten strijd om ons wandcontactdoos te laten zeggen.
Toch moet er een moment geweest zijn dat ze het moede hoofd in de schoot hebben gelegd. Zelfs in publicaties van NUON wordt nu gesproken van stopcontacten en het woord wandcontactdoos is een zachte dood gestorven. Taal is een hardnekkig verschijnsel.

Ten zuiden van Dordrecht: wandeling 5 januari


Op 5 januari maakte ik een wandeling ten zuiden van Dordrecht. De tocht begon bij het gloednieuwe treinstation Sliedrecht-Baanhoek waarvandaan je al snel op het fietspad langs de spoorbrug over de Beneden-Merwede komt. Het weer was overwegend grijs, maar op wat lichte sproeiregen na  droog. Na de spoorbrug passeerde ik een park met een golfbaan. Al snel daarna diende zich de mogelijkheid voor een kopje koffie aan in café Bij Berry. Dat etablissement was gelegen naast een kunstskibaan waar ik onder meer een geduldige leraar skiles zag geven aan een groepje kinderen. Ook het bange jongetje dat niet durfde kreeg zijn aandacht. Het café afficheerde zich nadrukkelijk als après-skicafé. De meeste gasten waren ook mensen die er kwamen om te skiën of daarnaar te kijken. Ik had appeltaart bij de koffie, die wel lekker was, maar pas uit de koelkast kwam en dus wat aan de koude kant.

Via een modderig grasdijkje bereikte ik de Zeedijk. Dat is een soort scheidingsdijk die dwars door de polder ten zuiden van Dordrecht voert. Deze dijk bracht me naar de Merwededijk waarlangs een fietspad de Merwede volgde. Het was nog hoog water en op enkele plekken stond het fietspad onder water. Het uitzicht aan mijn linkerhand bestond uit rietkragen en wilgen die nu onder water stonden maar waar normaal mooie wandelpaadjes doorheen voeren. Het is eigenlijk een soort uitloper van De Biesbosch. Dit fietspad volgde ik zo'n zes kilometer. Daarna ging de tocht de Bieschbospolder in waar ik theedronk in Paviljoen De Viersprong, gelegen in een fraai natuurgebied. Na De Viersprong liep ik naar station Dordrecht-Zuid. Ik had afgezien van mijn plan om over de Moerdijkbrug naar Lage Zwaluwe te lopen, want dat leek me toch wat ver bij nader inzien. De laatste paar kilometers waren niet zo boeiend, want ze voerden door de buitenwijken van Dordrecht. Ik kwam nog wel grote hoeveelheden wandelaars tegen. Dat bleken deelnemers aan de Oliebollentocht. Die wordt elke eerste zaterdag van het jaar georganiseerd. De deelnemers krijgen aan het eind enkele oliebollen. Bij het NS-station Dordrecht-Zuid kon ik helaas geen gelegenheid ontwaren om een goed glas bier te drinken, waarmee men een wandeling toch eigenlijk dient af te sluiten. Dus bracht het spoor mij met ongeleste dorst weer huiswaarts.