Ronalds ideeën

Welkom op mijn blog vol wetenschap, sport, kunst, cultuur, natuur en politiek. Stof die stemt tot nadenken en reflectie.

dinsdag 31 mei 2016

Taco Dibbets van het Rijksmuseum heeft er zin in

Gisteren vernamen we dat Taco Dibbets Wim Pijbes gaat opvolgen als driecteur van het Rijksmuseum in Amsterdam. En er zijn veel redenen om dit besluit van harte toe te juichen. En dat doe ik dan ook. Bij de de volgers van dit iconische kunstpaleis is Dibbets geen onbekende. Als hoofd collectie straalde hij reeds een aanstekelijk enthousiasme uit voor de aan zijn zorgen toegevoegde kunstwerken en de ruimte waar deze objecten ten toon gesteld worden. Hij speelde een belangrijke rol bij de grote verbouwing van 2007 tot 2013 en het opnieuw inrichten van het museum hierna.

Ontroering
Gisteravond besteedde het NOS-Journaal aandacht aan de benoeming van de nieuwe directeur. Dibbets leidde zijn interviewster langs twee van zijn favoriete kunstwerken. Eerst het Joodse Bruidje van Rembrandt en vervolgens een twintigste eeuws beeldhouwwerkje. Uiteindelijk kreeg hij de vraag voorgelegd wat zijn ambitie was met dit museum. Het antwoord: Dibbets wilde "verbinden". Ik ga er vanuit dat, wellicht onbewust, Dibbets denkt dat mensen zo'n soort antwoord van hem verwachten. En ik vrees dat er een niet onbelangrijke groep mensen is die zo'n antwoord van een museumdirecteur verwacht. Meestal onttrekt eenieder zich aan de plicht uit de doeken te doen wat hij of zij zich bij een dergelijke ambitie voorstelt. Zou het kunnen zijn dat Mohammed en Jaap samen voor het Melkmeisje staan en van ontroering in elkaars armen vallen? Dat de Schilderswijk en Bos en Lommer vol hangen met spandoeken waarop staat: "Leve het clair-obscur van Rembrandt" of "hiep hoi voor de verstilling bij Vermeer". Wellicht vindt een groot deel van de hedendaagse mens het beneden de menselijke waardigheid om te zeggen dat het de hoge plicht van een museumdirecteur is om de aan hem toevertrouwde objecten van kunst  en cultuur zo goed mogelijk te beheren en waar mogelijk op aantrekkelijke wijze te tonen aan eenieder die ze wil zien en dat binnen het budget dat hem of haar ten dienste staat. En wanneer de nieuwe directeur dit succesvol doet is heel misschien een verbindend effect te bespeuren, maar daar kunnen we niet op gokken.

vrijdag 20 mei 2016

Hoezo volleybaldames vrijwel zeker?

Diverse media melden dat het Nederlandse Damesvolleybalteam  vrijwel zeker is van deelname aan de Olympische Spelen in het Braziliaanse Rio de Janeiro. De volleybalsters nemen deel aan een kwalificatietoernooi in Japan. Tot nu toe hebben ze op één na al hun wedstrijden gewonnen. Ze moeten nog twee wedstrijden spelen en wanneer ze één daarvan winnen zijn ze gekwalificeerd. Reden voor de Nederlandse pers om te melden dat plaatsing vrijwel zeker is. Dat nu is quatch. Je bent zeker of je bent onzeker. Er bestaan geen gradaties in zekerheid. Er bestaan wel gradaties in kansen. Je kunt dus heel veel kans hebben. Maar zodra er sprake is van kans is er onzekerheid in het spel. Dus Nederland heeft heel veel kans om zich te plaatsen, maar zeker zijn ze niet. Ook niet vrijwel zeker   Wanneer ze straks één van de volgende wedstrijden winnen, dan kun je zeggen dat ze zeker zijn. Voor zover dingen in het leven zeker zijn.

woensdag 18 mei 2016

Wat is uw mening?

Wanneer u dit stukje leest, is het niet ondenkbaar dat u zich een mening vormt over het gelezene. Dat doet u bijvoorbeeld omdat u denkt dat dit van u verwacht wordt. Ja veel mensen menen zelfs dat het hoofddoel van dit soort stukjes is mensen in de gelegenheid te stellen zich daarover een mening te vormen. Mensen zijn ook snel geneigd zich over allerhande zaken een mening toe te eigenen. Veel personen hebben het idee dat het een beetje dom is geen mening te hebben. Dat merk je bijvoorbeeld wanneer in een nieuwsprogramma de resultaten van een enquête worden gepresenteerd. Bij zo'n enquête kunnen de ondervraagden vaak kiezen uit drie mogelijke antwoorden. Bent u voor? Bent u tegen? Of heeft u geen mening. U zult merken dat die laatste optie doorgaans weinig aandacht krijgt. Dan is bijvoorbeeld 49% voor en 41% tegen. Dan heeft 10% geen mening. Die 10% wordt in het geheel niet serieus genomen. Aan de voor- en tegenstemmers worden uitgebreide bespiegelingen gewijd over wat hen tot deze mening heeft bewogen.

De mensen zonder mening vindt men echter van geen belang. Hooguit zijn er specultaties over de kansen dat er nog mensen vanuit die geen meninggroep naar de voor- of de tegenstemmers overlopen. Maar de mensen die zonder mening blijven vindt men volstrekt oninteressant. Ik denk wel eens dat dit volkomen onterecht is. Daarbij komt dat het beeld waarschijnlijk zeer vertekend is. We weten allemaal dat er een grote groep mensen is die sociaal wenselijke antwoorden geeft. Zo van: bent u voor of tegen lijfstraffen op school? Daar zal een grote groep nee op antwoorden, vermoed ik zo. Terwijl er onder hen wellicht ettelijke ex-leerkrachten zijn die sommige van hun gewezen leerlingen graag alsnog een stevige aframmeling geven, maar dit niet toegeven, omdat zulks in tegenspraak is met de sociale concenties die wij in de loop der tijden hebben opgebouwd. Zo zullen veel mensen die eigenlijk helemaal geen mening hebben toch kiezen voor de voor- of tegenoptie.omdat ze denken dat geen mening hebben dom is en eigenlijk niet serieus te nemen. Mijn stelling is dat het misschien wel zo is dat wanneer men hen zou vragen hun gedachten over het onderhavige onderwerp te uiten dit zu kunnen leiden tot zeer interessante inzichten. Is het immers niet zo dat in de twijfel meer wijsheid schuilt dan in het weten? Want wie twijfelt stelt de goede vragen die de dwaze mist.

zondag 15 mei 2016

De pinkstergedachte

Van de grote drie grote christelijke feestdagen is pinksteren eigenlijk een beetje armoedig. Vergelijk het maar eens met kerstmis, zo vol van tradities en uiterlijk vertoon. Er is kerstmuziek, er zijn kerstgedachten, kerstbomen, kerstfilms en kerstpakketten. Heeft iemand van u wel eens een pinksterpakket gekregen? Ook pasen heeft zo zijn eigen tradities van paasvuren, paashazen en natuurlijk paaseieren (al of niet beschilderd). En er is muziek van Bach. Maar heeft Bach ooit een pinksteroratorium gecomponeerd? En zo dit al het geval is, staan muzikanten niet te dringen om dit ten gehore te brengen. De enige pinkstertraditie die ik ken, speelt zich af in de wat minder ontwikkelde delen van Noord-Holland waar in de voorafgaande zaterdagnacht jongeren hun medeburgers uit de slaap mogen houden met allerhande rumoerige ongein. Kortom: pinksteren stelt niet zo veel voor. Het is dat het meestal redelijk mooi weer is (dit jaar niet) en mensen er dus gezellig op uit gaan. Maar verder? Wellicht bezit het Meertensinstituut nog een document over een pinkstertraditie in het aan tradities zo rijke Overijssel of Limburg.

Het zit hem al in de gebeurtenis die met pinksteren wordt herdacht. Tien dagen na de hemelvaart van Christus komen de volgelingen van Jezus bij elkaar op het plein voor de Grote Tempel in Jeruzalem die dan nog niet door de latere Romeinse keizer Titus is vernietigd. Het is druk op dat plein vanwege een of andere feestdag waarvoor Joden uit alle hoeken van de wereld zich in deze stad hebben verzameld. Dan daalt plotseling uit de hemel een serie brandende vlammen en duiven op de groep volgelingen van Christus neer. De bijbel beschrijft het zo: "Toen de dag van het pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschijnen aan hen een soort vlammen die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. En allen werden vervuld van de heilige geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hen door de heilige geest werd ingegeven." Aldus de evangelist Lucas in Handelingen, hoofdstuk 2. Vanaf dat moment begint eigenlijk de prediking van Christus boodschap. Ik neem aan dat heel veel examenkandidaten in deze weken, zo'n heilige geest wel makkelijk zouden vinden. Dat is eenvoudiger dan avondenlang Duitse rijtjes in het hoofd te stampen. Ik denk dat pinksteren zo weinig tot de verbeelding spreekt, komt doordat mensen zich bij deze door Lucas beschreven gebeurtenis weinig kunnen voorstellen. "Het zal wel waar zijn," denkt men dan, want zo'n evangelist spreek je niet tegen, "maar eigenlijk is het maar een raar verhaal". Zelfs van de mensen die toen in Jeruzalem getuige waren van dit gebeuren, meenden dat die apostelen wellicht iets te veel wijn hadden gedronken. Ik heb ook nog nooit een schilderij gezien waarop deze geschiedenis wordt afgebeeld. Zelfs de grootste kunstenaars uit Italië konden blijkbaar niks met die vlammen als vuurtongen. Die heilige geest bestaat trouwens nog en is nu een onlosmakelijk deel van de heilige drie-eenheid. Zo is althans uiteindelijk in 325 na Christus tijdens het concilie van Nicea besloten. Er is nog een kerkgenootschap dat claimt die pinkstergebeurtenis iedere zondag nog eens dunnetjes over te doen. Dat met die vlammen krijgen ze niet voor elkaar, maar ze zeggen dat ze wel 'in tongen kunnen spreken'. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar wellicht ook een vorm van dronkenschap?