Ronalds ideeën

Welkom op mijn blog vol wetenschap, sport, kunst, cultuur, natuur en politiek. Stof die stemt tot nadenken en reflectie.

donderdag 31 december 2015

Vroom & Dreesman, mijn oma en ik

Ik denk dat de eerste die mij meenam naar Vroom & Dreesman mijn oma van vaderskant was. Zij woonde in een bovenwoning in de Utrechtse wijk Hoograven tot zij in 1963 overleed. Ik was toen 10 jaar oud. In die jaren tot haar dood ging ik vaak bij oma Utrecht logeren. Zij had in het verzet gezeten en was daarvoor gestraft met een driejarig verblijf in concentratiekamp Ravensbrück. Ze had wat geld gehad van Duitsland in het kader van de Wiedergutmachung. Dus nam ze me mee met allerlei uitjes. We gingen naar Madurodam of naar de, toen gloednieuwe, Euromast of de Pier in Scheveningen. Als het weer mooi was en als hij reed namen we lijn A naar Rhijnauwen, waar we op het terras langs de Kromme Rijn een pannenkoek aten. Eén keer ging ik met haar naar een bijeenkomst van de Expoge, de vereniging van expolitieke gevangenen. De verhalen die ik daar hoorde waren eigenlijk niet geschikt voor een kind van onder de 10 jaar.

En een vast uitstapje was ook naar het centrum van Utrecht. Daar was nog het oude station, ontworpen door Sybolt van Ravenstein een architect van wie bijna alle bouwwerken zo onderhand weer gesloopt zijn (dat had-ie niet verdiend). Dan kreeg ik een taartje bij de Rutecks in het oude jaarbeursgebouw op Vredenburg, of een kinderijsje. En vervolgens ging het naar een warenhuis. Dat kon toen ook de Galerie Moderne zijn, maar ook heel vaak de Vroom & Dreesman. Ik was daar zeer van onder de indruk, die ampersand (&) in de naam alleen al vond ik chique, En dan al die spullen die er verkocht werden en de grootheid van alles. Dat had je niet in Zaltbommel. Het speelgoed, de boeken, al het lekkers en al die andere artikelen die lagen uitgestald, bekeken door honderden kooplustige bezoekers. Nogmaals, dat had je niet in Zaltbommel. En waar ik het meest van onder de indruk was, waren de mechanische middelen waarmee de verschillende etages met elkaar verbonden waren, de liften en de roltrappen. Eigenlijk vooral de roltrappen waar je voortdurend mensen mee omhoog en omlaag zag gaan, alsof er nooit een einde kwam aan de voorraad mensen  die voortdurend als een soort carroussel naar boven en naar beneden gevoerd werden. Gelukkig was het restaurant op de hoogste etage. En natuurlijk gingen we daarheen want oma vond het weer tijd voor een taartje of een ijsje.
Op de terugweg naar huis kocht oma nog een doosje met Utrechtse Domtorentjes bij de banketbakker aan de voet van de domtoren. Een cilindervormig gebakje van chocola met een slagroomvulling. Lekker waren die.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten