Mijn naam stond fout
gespeld,
Dus was ik officieel
Maar vaag aanwezig.
Terwijl in werkelijkheid
Mijn daarzijn onontkoombaar was,
Althans voor mij,
Want ik zag wat om mij was
En hoorde,
Voor zover mijn beperkt gehoor
Dat toeliet, de geluiden daar,
Geritsel en het sluiten van een la.
Aanwezigheid is nauwelijks meer
Dan nergens anders zijn.
Zodra je ergens
Ziet en hoort dan denk je
Dat je daar bent. Ook wanneer
Je niet wordt opgemerkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten